Informo pri la vorto ketenen (nederlanda → esperanto: ĉeni)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈketənə(n)/
Dividoke·te·nen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) keten(ik) ketende
(jij) ketent(jij) ketende
(hij) ketent(hij) ketende
(wij) ketenen(wij) ketenden
(jullie) ketenen(jullie) ketenden
(gij) ketent(gij) ketendet
(zij) ketenen(zij) ketenden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) ketene(dat ik) ketende
(dat jij) ketene(dat jij) ketende
(dat hij) ketene(dat hij) ketende
(dat wij) ketenen(dat wij) ketenden
(dat jullie) ketenen(dat jullie) ketenden
(dat gij) ketenet(dat gij) ketendet
(dat zij) ketenen(dat zij) ketenden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ketenketent
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
ketenend, ketenende(hebben) geketend

Uzekzemploj

Zonder weerstand te bieden liet Elak zich naar een onbezette roeiplaats brengen, waar hij geketend werd.
Keten ze maar aan dezelfde riem.

Tradukoj

anglachain
esperantoĉeni
germanaanketten; an die Kette legen; mit einer Kette befestigen; ketten
portugalaacorrentar; prender com corrente
svedakedja