Informo pri la vorto opwaaien (nederlanda → esperanto: ventleviĝi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpʋaːjə(n)/
Dividoop·waai·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) waai op(ik) waaide op, woei op
(jij) waait op(jij) waaide op, woei op
(hij) waait op(hij) waaide op, woei op
(wij) waaien op(wij) waaiden op, woeien op
(jullie) waaien op(jullie) waaiden op, woeien op
(gij) waait op(gij) waaidet op, woeit op
(zij) waaien op(zij) waaiden op, woeien op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opwaaie(dat ik) opwaaide, opwoeie
(dat jij) opwaaie(dat jij) opwaaide, opwoeie
(dat hij) opwaaie(dat hij) opwaaide, opwoeie
(dat wij) opwaaien(dat wij) opwaaiden, opwoeien
(dat jullie) opwaaien(dat jullie) opwaaiden, opwoeien
(dat gij) opwaaiet(dat gij) opwaaidet, opwoeiet
(dat zij) opwaaien(dat zij) opwaaiden, opwoeien
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
waai opwaait op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opwaaiend, opwaaiende(zijn) opgewaaid

Tradukoj

esperantoventleviĝi