Informo pri la vorto afdanken (nederlanda → esperanto: uzofini)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɑvdɑŋkə(n)/
Dividoaf·dan·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) dank af(ik) dankte af
(jij) dankt af(jij) dankte af
(hij) dankt af(hij) dankte af
(wij) danken af(wij) dankten af
(jullie) danken af(jullie) dankten af
(gij) dankt af(gij) danktet af
(zij) danken af(zij) dankten af
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) afdanke(dat ik) afdankte
(dat jij) afdanke(dat jij) afdankte
(dat hij) afdanke(dat hij) afdankte
(dat wij) afdanken(dat wij) afdankten
(dat jullie) afdanken(dat jullie) afdankten
(dat gij) afdanket(dat gij) afdanktet
(dat zij) afdanken(dat zij) afdankten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
dank afdankt af
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
afdankend, afdankende(hebben) afgedankt

Tradukoj

angladiscard
esperantouzofini
hispanadespedir
okcidenta frizonaôftankje