Informo pri la vorto studeren (nederlanda → esperanto: studi)

Vortspecoverbo
Prononco/styˈdeːrə(n)/
Dividostu·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) studeer(ik) studeerde
(jij) studeert(jij) studeerde
(hij) studeert(hij) studeerde
(wij) studeren(wij) studeerden
(jullie) studeren(jullie) studeerden
(gij) studeert(gij) studeerdet
(zij) studeren(zij) studeerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) studere(dat ik) studeerde
(dat jij) studere(dat jij) studeerde
(dat hij) studere(dat hij) studeerde
(dat wij) studeren(dat wij) studeerden
(dat jullie) studeren(dat jullie) studeerden
(dat gij) studeret(dat gij) studeerdet
(dat zij) studeren(dat zij) studeerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
studeerstudeert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
studerend, studerende(hebben) gestudeerd

Uzekzemploj

Nu moet ik gaan studeren.

Tradukoj

afrikansostudeer
anglastudy
angla (malnovangla)leornian
ĉeĥastudovat
danastudere; læse
esperantostudi
feroagranska; kanna; lesa; studera
finnaopiskella
francaétudier
germanastudieren
hispanaestudiar
italastudiare
katalunaestudiar
malajamempelajari
okcidenta frizonastudearje
papiamentostudia
platgermanastuderen
polastudiować
portugalaestudar; preparar
rusaизучать
saterlanda frizonastudierje
surinamastuka
svedastudera
tajaเรียน