Informo pri la vorto aanporren (nederlanda → esperanto: stimuli)

Sinonimoj: aansporen, aanvuren, prikkelen, stimuleren, zwepen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈampɔrə(n)/
Dividoaan·por·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) por aan(ik) porde aan
(jij) port aan(jij) porde aan
(hij) port aan(hij) porde aan
(wij) porren aan(wij) porden aan
(jullie) porren aan(jullie) porden aan
(gij) port aan(gij) pordet aan
(zij) porren aan(zij) porden aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanporre(dat ik) aanporde
(dat jij) aanporre(dat jij) aanporde
(dat hij) aanporre(dat hij) aanporde
(dat wij) aanporren(dat wij) aanporden
(dat jullie) aanporren(dat jullie) aanporden
(dat gij) aanporret(dat gij) aanpordet
(dat zij) aanporren(dat zij) aanporden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
por aanport aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aanporrend, aanporrende(hebben) aangepord

Tradukoj

afrikansostimuleer
anglarouse; stir up
ĉeĥapodněcovat
danastimulere
esperantostimuli
finnakiihottaa
francastimuler
germanaanregen; reizen; anreizen; stimulieren
hispanaanimar; estimular
italastimolare
latinostimulare
okcidenta frizonaoanfiterje; oanfjurje; oanhysje; oantrune; oantrúnje
papiamentostimulá
portugalaaguçar; encorajar; estimular; reavivar
saterlanda frizonaounreegje; raitsje; stimulierje
tajaชวน; ชักชวน