Informo pri la vorto afgieten (nederlanda → esperanto: senakvigi)

Sinonimo: droogleggen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɑfxitə(n)/
Dividoaf·gie·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) giet af(ik) goot af
(jij) giet af(jij) goot af
(hij) giet af(hij) goot af
(wij) gieten af(wij) goten af
(jullie) gieten af(jullie) goten af
(gij) giet af(gij) goot af
(zij) gieten af(zij) goten af
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) afgiete(dat ik) afgote
(dat jij) afgiete(dat jij) afgote
(dat hij) afgiete(dat hij) afgote
(dat wij) afgieten(dat wij) afgoten
(dat jullie) afgieten(dat jullie) afgoten
(dat gij) afgietet(dat gij) afgotet
(dat zij) afgieten(dat zij) afgoten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
giet afgiet af
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
afgietend, afgietende(hebben) afgegoten

Tradukoj

anglaconcentrate; drain
esperantosenakvigi
francadéhydrater; essorer
germanaentwässern; das Wasser entziehen