Informo pri la vorto beredeneren (nederlanda → esperanto: rezoni pri)

Vortspecoverbo
Prononco/bəredəˈneːrə(n)/
Dividobe·re·de·ne·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) beredeneer(ik) beredeneerde
(jij) beredeneert(jij) beredeneerde
(hij) beredeneert(hij) beredeneerde
(wij) beredeneren(wij) beredeneerden
(jullie) beredeneren(jullie) beredeneerden
(gij) beredeneert(gij) beredeneerdet
(zij) beredeneren(zij) beredeneerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) beredenere(dat ik) beredeneerde
(dat jij) beredenere(dat jij) beredeneerde
(dat hij) beredenere(dat hij) beredeneerde
(dat wij) beredeneren(dat wij) beredeneerden
(dat jullie) beredeneren(dat jullie) beredeneerden
(dat gij) beredeneret(dat gij) beredeneerdet
(dat zij) beredeneren(dat zij) beredeneerden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
beredenerend, beredenerende(hebben) beredeneerd

Tradukoj

anglaargue; discuss; reason about; reason upon
esperantorezoni pri