Informo pri la vorto 'wedervergelden' [dut] (epo: revenĝi)

Vortspeco	verbo

Konjugacio

Indikativo
Prezenco	Preterito
(ik) vergeld weder	(ik) vergold weder
(jij) vergeldt weder	(jij) vergold weder
(hij) vergeldt weder	(hij) vergold weder
(wij) vergelden weder	(wij) vergolden weder
(jullie) vergelden weder	(jullie) vergolden weder
(gij) vergeldt weder	(gij) vergoldt weder
(zij) vergelden weder	(zij) vergolden weder
Subjunktivo
Prezenco	Preterito
(dat ik) wedervergelde	(dat ik) wedervergolde
(dat jij) wedervergelde	(dat jij) wedervergolde
(dat hij) wedervergelde	(dat hij) wedervergolde
(dat wij) wedervergelden	(dat wij) wedervergolden
(dat jullie) wedervergelden	(dat jullie) wedervergolden
(dat gij) wedervergeldet	(dat gij) wedervergoldet
(dat zij) wedervergelden	(dat zij) wedervergolden
Imperativo
Singularo/Pluralo	Pluralo
vergeld weder	vergeldt weder
Participoj
Prezenca participo	Preterita participo
wedervergeldend, wedervergeldende	(hebben) wedervergolden