Informo pri la vorto samenvatten (nederlanda → esperanto: resumi)

Sinonimoj: excerperen, resumeren

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) vat samen(ik) vatte samen
(jij) vat samen(jij) vatte samen
(hij) vat samen(hij) vatte samen
(wij) vatten samen(wij) vatten samen
(jullie) vatten samen(jullie) vatten samen
(gij) vat samen(gij) vattet samen
(zij) vatten samen(zij) vatten samen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) samenvatte(dat ik) samenvatte
(dat jij) samenvatte(dat jij) samenvatte
(dat hij) samenvatte(dat hij) samenvatte
(dat wij) samenvatten(dat wij) samenvatten
(dat jullie) samenvatten(dat jullie) samenvatten
(dat gij) samenvattet(dat gij) samenvattet
(dat zij) samenvatten(dat zij) samenvatten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
vat samenvat samen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
samenvattend, samenvattende(hebben) samengevat

Tradukoj

anglasummarize; recapitulate
esperantoresumi
finnatehdä yhteenveto
francaabréger; résumer
germanasummieren; zusammenfassen
hispanaresumir
katalunaresumir
okcidenta frizonagearfetsje
papiamentoresumí
portugalaresumir; tornar a somar
saterlanda frizonasummierje; touhoopefoatje