Informo pri la vorto belonen (nederlanda → esperanto: rekompenci)

Sinonimoj: lonen, terugdoen, vergelden, wedervergelden

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈlonə(n)/
Dividobe·lo·nen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) beloon(ik) beloonde
(jij) beloont(jij) beloonde
(hij) beloont(hij) beloonde
(wij) belonen(wij) beloonden
(jullie) belonen(jullie) beloonden
(gij) beloont(gij) beloondet
(zij) belonen(zij) beloonden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) belone(dat ik) beloonde
(dat jij) belone(dat jij) beloonde
(dat hij) belone(dat hij) beloonde
(dat wij) belonen(dat wij) beloonden
(dat jullie) belonen(dat jullie) beloonden
(dat gij) belonet(dat gij) beloondet
(dat zij) belonen(dat zij) beloonden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
beloonbeloont
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
belonend, belonende(hebben) beloond

Uzekzemploj

En nu wil je natuurlijk beloond worden voor je diensten?
Ons geduld werd beloond.

Tradukoj

anglareward
ĉeĥaodplatit
danabelønne
esperantorekompenci
feroajavna aftur; samsýna
francarécompenser
germanalohnen; belohnen; vergelten
hispanarecompensar
islandaumbuna
italaricompensare
katalunarecompensar
okcidenta frizonabeleanje; leanje
papiamentorekompensá
portugalapremiar; recompensar; remunerar
rusaвознаграждать
saterlanda frizonabeloonje; loonje
svedabelöna