Informo pri la vorto bestelen (nederlanda → esperanto: priŝteli)

Sinonimo: zich vergrijpen aan

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈstelə(n)/
Dividobe·ste·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) besteel(ik) bestal
(jij) besteelt(jij) bestal
(hij) besteelt(hij) bestal
(wij) bestelen(wij) bestalen
(jullie) bestelen(jullie) bestalen
(gij) besteelt(gij) bestaalt
(zij) bestelen(zij) bestalen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bestele(dat ik) bestale
(dat jij) bestele(dat jij) bestale
(dat hij) bestele(dat hij) bestale
(dat wij) bestelen(dat wij) bestalen
(dat jullie) bestelen(dat jullie) bestalen
(dat gij) bestelet(dat gij) bestalet
(dat zij) bestelen(dat zij) bestalen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
besteelbesteelt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bestelend, bestelende(hebben) bestolen

Uzekzemploj

En toen begreep iedereen heel goed dat ze bestolen werden door de adel.
De duivel lacht als de ene dief de andere besteelt.
En bovenal, besteel Throop niet, want hij heeft ogen overal.

Tradukoj

afrikansobesteel
anglaloot; steal from
esperantopriŝteli
hispanahurtar; robar
polaokraść
surinamafufuru
svedabestjäla