Informo pri la vorto klotsen (nederlanda → esperanto: plaŭdi)

Sinonimoj: kabbelen, klapperen, plassen, plonzen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈklɔtsə(n)/
Dividoklot·sen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) klots(ik) klotste
(jij) klotst(jij) klotste
(hij) klotst(hij) klotste
(wij) klotsen(wij) klotsten
(jullie) klotsen(jullie) klotsten
(gij) klotst(gij) klotstet
(zij) klotsen(zij) klotsten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) klotse(dat ik) klotste
(dat jij) klotse(dat jij) klotste
(dat hij) klotse(dat hij) klotste
(dat wij) klotsen(dat wij) klotsten
(dat jullie) klotsen(dat jullie) klotsten
(dat gij) klotset(dat gij) klotstet
(dat zij) klotsen(dat zij) klotsten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
klotsklotst
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
klotsend, klotsende(hebben) geklotst

Uzekzemploj

Hij hoorde niets dan het klotsende water.
Aan de andere kant, waar de grot toegang gaf tot de buitenwereld, stroomde zonlicht naar binnen terwijl de Ratterlin schuimend en kolkend tegen de kade klotste.

Tradukoj

anglalap
esperantoplaŭdi
feroaklappa; skvatla; smella
francabarboter; clapoter
germanaklatschen; plätschern
hispanachapotear
portugalabater; estalar; marulhar; patinhar
saterlanda frizonaflappe; klatskje; lapje; skulsje