Informo pri la vorto inroepen (nederlanda → esperanto: peti)

Sinonimoj: aanvragen, verzoeken, vragen, vragen om, aanzoeken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɪnrupə(n)/
Dividoin·roe·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) roep in(ik) riep in
(jij) roept in(jij) riep in
(hij) roept in(hij) riep in
(wij) roepen in(wij) riepen in
(jullie) roepen in(jullie) riepen in
(gij) roept in(gij) riept in
(zij) roepen in(zij) riepen in
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) inroepe(dat ik) inriepe
(dat jij) inroepe(dat jij) inriepe
(dat hij) inroepe(dat hij) inriepe
(dat wij) inroepen(dat wij) inriepen
(dat jullie) inroepen(dat jullie) inriepen
(dat gij) inroepet(dat gij) inriepet
(dat zij) inroepen(dat zij) inriepen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
roep inroept in
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
inroepend, inroepende(hebben) ingeroepen

Uzekzemploj

Hij was er meer dan ooit van overtuigd dat hij een fout had begaan door Virginia’s hulp in te roepen.

Tradukoj

afrikansovra; vra vir
albanakërkoj
anglaask; ask for; beg; bid; request; apply; seek; apply for
angla (malnovangla)biddan
danabede
esperantopeti
feroabiðja; biðja um
finnapyytää
francademander; prier
germanabitten; ersuchen
grekaαιτώ
greka (malnovgreka)αἰτέω
hispanapedir; rogar
islandabiðja; biðja um
italachiedere
jamajka-kreolakaal; aks
jidaבעטן
katalunademanar
latinopetere; rogare
okcidenta frizonafersykje; freegje om; freegje
papiamentosuplicá
polaprosić
portugalapedir
rumanacere
saterlanda frizonaanhoolde; bidje
surinamabegi
svahilo‐omba
svedaanmoda; ansöka; bedja
tajaขอ; ชวน