Informo pri la vorto meedoen (nederlanda → esperanto: partpreni)

Sinonimoj: deelnemen, meemaken, participeren, deelnemen aan

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmedun/
Dividomee·doen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) doe mee(ik) deed mee
(jij) doet mee(jij) deed mee
(hij) doet mee(hij) deed mee
(wij) doen mee(wij) deden mee
(jullie) doen mee(jullie) deden mee
(gij) doet mee(gij) deedt mee
(zij) doen mee(zij) deden mee
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) meedoe(dat ik) meedede
(dat jij) meedoe(dat jij) meedede
(dat hij) meedoe(dat hij) meedede
(dat wij) meedoen(dat wij) meededen
(dat jullie) meedoen(dat jullie) meededen
(dat gij) meedoet(dat gij) meededet
(dat zij) meedoen(dat zij) meededen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
doe meedoet mee
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
meedoend, meedoende(hebben) meegedaan

Uzekzemploj

Ik neem aan dat je ervan zult afzien zelf mee te doen.
Wij doen toch niet mee.
Waarom doe je niet met je makkers mee?
Hoe doet u mee?
Arglistig begreep dat hij daarmee bedoelde dat het gevaarlijk was en dat hij er niet aan meedeed.
Maar u doet niet mee meneer!

Tradukoj

afrikansodeelneem
anglaparticipate; enter; take part in
esperantopartpreni; partopreni
feroataka lut; vera við
germanabeteiligen; mitmachen; teilnehmen an
katalunaparticipar
okcidenta frizonadielnimme
polauczetniczyć
saterlanda frizonabedeeligje; deelnieme; meemoakje