Informo pri la vorto verdelen (nederlanda → esperanto: partigi)

Sinonimo: indelen

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈdelə(n)/
Dividover·de·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verdeel(ik) verdeelde
(jij) verdeelt(jij) verdeelde
(hij) verdeelt(hij) verdeelde
(wij) verdelen(wij) verdeelden
(jullie) verdelen(jullie) verdeelden
(gij) verdeelt(gij) verdeeldet
(zij) verdelen(zij) verdeelden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) verdele(dat ik) verdeelde
(dat jij) verdele(dat jij) verdeelde
(dat hij) verdele(dat hij) verdeelde
(dat wij) verdelen(dat wij) verdeelden
(dat jullie) verdelen(dat jullie) verdeelden
(dat gij) verdelet(dat gij) verdeeldet
(dat zij) verdelen(dat zij) verdeelden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verdeelverdeelt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verdelend, verdelende(hebben) verdeeld

Uzekzemploj

Ze hadden nog niet eens de kans gehad om hun buit te verdelen.
Het boek is verdeeld in tien hoofdstukken.

Tradukoj

angla (malnovangla)dælan; gedælan
danafordele
esperantopartigi
francadiviser
germanateilen; zerlegen
luksemburgiaverdeelen
papiamentoparti
platgermanaindeylen; vordeylen