Informo pri la vorto opsieren (nederlanda → esperanto: ornami)

Sinonimoj: decoreren, tooien, uitdossen, versieren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpsiːrə(n)/
Dividoop·sie·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) sier op(ik) sierde op
(jij) siert op(jij) sierde op
(hij) siert op(hij) sierde op
(wij) sieren op(wij) sierden op
(jullie) sieren op(jullie) sierden op
(gij) siert op(gij) sierdet op
(zij) sieren op(zij) sierden op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opsiere(dat ik) opsierde
(dat jij) opsiere(dat jij) opsierde
(dat hij) opsiere(dat hij) opsierde
(dat wij) opsieren(dat wij) opsierden
(dat jullie) opsieren(dat jullie) opsierden
(dat gij) opsieret(dat gij) opsierdet
(dat zij) opsieren(dat zij) opsierden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
sier opsiert op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opsierend, opsierende(hebben) opgesierd

Uzekzemploj

Koningin Sollace wil haar nieuwe kathedraal opsieren met de Graal.

Tradukoj

afrikansoversier
anglaadorn; embellish
esperantoornami
francadécorer; orner; parer
germanaaufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren
hispanaadornar; ornamentar
italaadornare; decorare
katalunaornamentar
okcidenta frizonafersiere
polaozdabiać
portugalaadornar; decorar; ornamentar
rumanadecora; împodobi; orna
saterlanda frizonaaptunderje; fersierje; hämmelje; sierje; uutputsje