Informo pri la vorto solfègiëren (nederlanda → esperanto: notkanti)

Sinonimo: solfegiëren

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) solfègieer(ik) solfègieerde
(jij) solfègieert(jij) solfègieerde
(hij) solfègieert(hij) solfègieerde
(wij) solfègiëren(wij) solfègieerden
(jullie) solfègiëren(jullie) solfègieerden
(gij) solfègieert(gij) solfègieerdet
(zij) solfègiëren(zij) solfègieerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) solfègiëre(dat ik) solfègieerde
(dat jij) solfègiëre(dat jij) solfègieerde
(dat hij) solfègiëre(dat hij) solfègieerde
(dat wij) solfègiëren(dat wij) solfègieerden
(dat jullie) solfègiëren(dat jullie) solfègieerden
(dat gij) solfègiëret(dat gij) solfègieerdet
(dat zij) solfègiëren(dat zij) solfègieerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
solfègieersolfègieert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
solfègiërend, solfègiërende(hebben) gesolfègieerd

Tradukoj

esperantonotkanti; solfeĝi