Informo pri la vorto geldstuk (nederlanda → esperanto: monero)

Sinonimoj: munt, penning, muntstuk

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈɣɛltstɵk/
Dividogeld·stuk
Genroneŭtra
Pluralogeldstukken

Diminutivo
SingularoPluralo
geldstukjegeldstukjes

Uzekzemploj

Zodoende viel zijn blik op een geldstuk, dat uit een gat in de broekzak van de bediende was gevallen.
Er waren ook grote, zware geldstukken, zo afgesleten dat wij de inschriften niet meer konden ontcijferen.
Ieder normaal persoon zou zo’n geldstuk hebben gehouden.

Tradukoj

albanapare
anglacoin
ĉeĥamince; peníz
esperantomonero
feroamyntur
germanaGeldstück; Münze
grekaκέρμα; νόμισμα
hispanamoneda
islandapeningur
italamoneta
okcidenta frizonajildstik; munt
polamoneta
portugalamoeda
saterlanda frizonaJäildstuk; Munte
skota gaelabonn
svedamynt
turkaakçe