Informo pri la vorto neerdalen (nederlanda → esperanto: malsupreniĝi)

Sinonimoj: nederdalen, zich neerlaten, neergaan

Vortspecoverbo
Prononco/ˈnerdalə(n)/
Dividoneer·da·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) daal neer(ik) daalde neer
(jij) daalt neer(jij) daalde neer
(hij) daalt neer(hij) daalde neer
(wij) dalen neer(wij) daalden neer
(jullie) dalen neer(jullie) daalden neer
(gij) daalt neer(gij) daaldet neer
(zij) dalen neer(zij) daalden neer
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) neerdale(dat ik) neerdaalde
(dat jij) neerdale(dat jij) neerdaalde
(dat hij) neerdale(dat hij) neerdaalde
(dat wij) neerdalen(dat wij) neerdaalden
(dat jullie) neerdalen(dat jullie) neerdaalden
(dat gij) neerdalet(dat gij) neerdaaldet
(dat zij) neerdalen(dat zij) neerdaalden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
daal neerdaalt neer
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
neerdalend, neerdalende(zijn) neergedaald

Uzekzemploj

Keer op keer daalde het wapen neer, terwijl Tarzan zich langzaam een weg naar de uitgang baande.
Daalt die goddelijke bliksemstraal dikwijls neer?

Tradukoj

anglacome down; descend
esperantomalsupreniĝi
hispanadesplomarse; hundirse