Informo pri la vorto stralen (nederlanda → esperanto: malsukcesi)

Sinonimoj: bakken, een buis krijgen, falen, misgaan, mislukken, sjezen, stranden, zakken, scheef gaan, spaak lopen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈstralə(n)/
Dividostra·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) straal(ik) straalde
(jij) straalt(jij) straalde
(hij) straalt(hij) straalde
(wij) stralen(wij) straalden
(jullie) stralen(jullie) straalden
(gij) straalt(gij) straaldet
(zij) stralen(zij) straalden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) strale(dat ik) straalde
(dat jij) strale(dat jij) straalde
(dat hij) strale(dat hij) straalde
(dat wij) stralen(dat wij) straalden
(dat jullie) stralen(dat jullie) straalden
(dat gij) stralet(dat gij) straaldet
(dat zij) stralen(dat zij) straalden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
straalstraalt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
stralend, stralende(hebben) gestraald

Tradukoj

anglafail; miscarry; come unstuck
angla (malnovangla)abreoþan
esperantomalsukcesi
feroamiseydnast
germanamißglücken; durchfallen
malajagagal
okcidenta frizonafale; feile; mislearje
papiamentofaya; frakasá
platgermanamislükken
portugalamalograr‐se; sofrer um xeque; ter mau êxito
svahilo‐kosa
svedaklicka