Informo pri la vorto bevuilen (nederlanda → esperanto: malpurigi)

Sinonimoj: bevlekken, bezoedelen, verontreinigen, vuilmaken, besmeuren, contamineren

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈvœy̯lə(n)/
Dividobe·vui·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bevuil(ik) bevuilde
(jij) bevuilt(jij) bevuilde
(hij) bevuilt(hij) bevuilde
(wij) bevuilen(wij) bevuilden
(jullie) bevuilen(jullie) bevuilden
(gij) bevuilt(gij) bevuildet
(zij) bevuilen(zij) bevuilden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bevuile(dat ik) bevuilde
(dat jij) bevuile(dat jij) bevuilde
(dat hij) bevuile(dat hij) bevuilde
(dat wij) bevuilen(dat wij) bevuilden
(dat jullie) bevuilen(dat jullie) bevuilden
(dat gij) bevuilet(dat gij) bevuildet
(dat zij) bevuilen(dat zij) bevuilden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bevuilbevuilt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bevuilend, bevuilende(hebben) bevuild

Uzekzemploj

En bovendien heeft hij het kostelijke water bevuild.
Bevuild en hinkend trad Lehuster de werkkamer binnen.

Tradukoj

anglasoil; dirty; pollute
danatilsøle; snavse til
esperantomalpurigi
francasalir; souiller
germanabeschmutzen; einschmutzen; sudeln
hispanaemporcar; ensuciar; manchar
italainsudiciare; sporcare
papiamentosusha
saterlanda frizonabegräime; beklaadje; bemudderje
svedaförorena; nedsmutsa; orena; smutsa