Informo pri la vorto neerlaten (nederlanda → esperanto: mallevi)

Sinonimoj: laten zakken, vellen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈnerlatə(n)/
Dividoneer·la·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) laat neer(ik) liet neer
(jij) laat neer(jij) liet neer
(hij) laat neer(hij) liet neer
(wij) laten neer(wij) lieten neer
(jullie) laten neer(jullie) lieten neer
(gij) laat neer(gij) liet neer
(zij) laten neer(zij) lieten neer
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) neerlate(dat ik) neerliete
(dat jij) neerlate(dat jij) neerliete
(dat hij) neerlate(dat hij) neerliete
(dat wij) neerlaten(dat wij) neerlieten
(dat jullie) neerlaten(dat jullie) neerlieten
(dat gij) neerlatet(dat gij) neerlietet
(dat zij) neerlaten(dat zij) neerlieten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
laat neerlaat neer
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
neerlatend, neerlatende(hebben) neergelaten

Tradukoj

afrikansolaat sak
anglalower; drop
esperantomallevi
francaabaisser; baisser
germanasenken
hungaraleenged
italaabbassare
saterlanda frizonadeelläite; strieke