Informo pri la vorto vakantie (nederlanda → esperanto: libertempo)

Sinonimoj: verlof, vrije tijd

Vortspecosubstantivo
Prononco/vaˈkɑnsi/
Dividova·kan·tie

Uzekzemploj

Ach, ik ben aan een vakantie toe.
Ik heb een spijkerbroek gekocht voor de vakantie.
De vakanties zijn aangebroken en iedereen is vertrokken!
Er ontstaat vaker ophef over vakanties van de Oranjes.
Heer Bommel had vakantie nodig.

Tradukoj

afrikansovakansie; verlof
anglavacation; holiday
danaferie
esperantolibertempo; ferioj
francacongé; loisirs; vacances
germanaFerien
norvegaferie
okcidenta frizonafakânsje
papiamentofakansi; vakashon
platgermanaferien
polaurlop; wczasy
portugalaférias
saterlanda frizonaFerien
svedaferier; semester
tajaวันหยุด