Informo pri la vorto rennen (nederlanda → esperanto: kuri)

Sinonimoj: hardlopen, hollen, snellen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈrɛnə(n)/
Dividoren·nen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ren(ik) rende
(jij) rent(jij) rende
(hij) rent(hij) rende
(wij) rennen(wij) renden
(jullie) rennen(jullie) renden
(gij) rent(gij) rendet
(zij) rennen(zij) renden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) renne(dat ik) rende
(dat jij) renne(dat jij) rende
(dat hij) renne(dat hij) rende
(dat wij) rennen(dat wij) renden
(dat jullie) rennen(dat jullie) renden
(dat gij) rennet(dat gij) rendet
(dat zij) rennen(dat zij) renden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
renrent
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
rennend, rennende(hebben/zijn) gerend

Uzekzemploj

Maar ik had een taak te vervullen en rende de weg terug die ik gekomen was.
De vrouw zou daarop het tweetal in de slaapkamer opgesloten hebben en naar buiten zijn gerend.
Hij zwom hiervoor door sloten en rende door boomgaarden.
Dit gaat door totdat iedereen van het team een keer heeft gerend.
Ren voor je leven!

Tradukoj

afrikansohardloop
anglarun
ĉeĥaběhat; běžet; běžeti; téci; utíkat
danaløbe
esperantokuri
feroarenna
finnajuosta
francacourir
germanalaufen; rennen; eilen
hispanacorrer
hungaraszalad
islandarenna
italacorrere
jamajka-kreolaron
katalunacórrer
kimrarhedeg
latinocurrere
norvegaløpe
papiamentokore
polabiec
portugalacorrer
rusaбегать
saterlanda frizonagau loope; loope
skotarin
skota gaelaruith
surinamalon
svedakila; raka
tajaวิ่ง
turkakoşmak