Informo pri la vorto verbinden (nederlanda → esperanto: kunligi)

Sinonimoj: bijeenbinden, samenbinden

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈbɪndə(n)/
Dividover·bin·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verbind(ik) verbond
(jij) verbindt(jij) verbond
(hij) verbindt(hij) verbond
(wij) verbinden(wij) verbonden
(jullie) verbinden(jullie) verbonden
(gij) verbindt(gij) verbondt
(zij) verbinden(zij) verbonden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) verbinde(dat ik) verbonde
(dat jij) verbinde(dat jij) verbonde
(dat hij) verbinde(dat hij) verbonde
(dat wij) verbinden(dat wij) verbonden
(dat jullie) verbinden(dat jullie) verbonden
(dat gij) verbindet(dat gij) verbondet
(dat zij) verbinden(dat zij) verbonden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verbindverbindt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verbindend, verbindende(hebben) verbonden

Tradukoj

anglaconnect; join
esperantokunligi; interligi
feroabinda saman; knýta saman
francaassocier; joindre; relier; réunir
germanaverbinden; verknüpfen
latinocopulare
okcidenta frizonaferbine; gearbine
polazwiązać
saterlanda frizonaferbiende; ferknätte
tajaต่อ