Informo pri la vorto contrasteren (nederlanda → esperanto: kontrasti)

Sinonimo: afsteken

Vortspecoverbo
Prononco/kɔntrɑˈsterə(n)/
Dividocon·tra·ste·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) contrasteer(ik) contrasteerde
(jij) contrasteert(jij) contrasteerde
(hij) contrasteert(hij) contrasteerde
(wij) contrasteren(wij) contrasteerden
(jullie) contrasteren(jullie) contrasteerden
(gij) contrasteert(gij) contrasteerdet
(zij) contrasteren(zij) contrasteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) contrastere(dat ik) contrasteerde
(dat jij) contrastere(dat jij) contrasteerde
(dat hij) contrastere(dat hij) contrasteerde
(dat wij) contrasteren(dat wij) contrasteerden
(dat jullie) contrasteren(dat jullie) contrasteerden
(dat gij) contrasteret(dat gij) contrasteerdet
(dat zij) contrasteren(dat zij) contrasteerden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
contrasterend, contrasterende(hebben) gecontrasteerd

Tradukoj

anglacontrast
esperantokontrasti
germanaim Gegensatz stehen; abstechen; sich hervorheben
okcidenta frizonaôfstekke
portugalacontrastar