Informo pri la vorto supplementeren (nederlanda → esperanto: kompletigi)

Sinonimoj: aanvullen, bijwerken, completeren, afronden, voleinden, invullen

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) supplementeer(ik) supplementeerde
(jij) supplementeert(jij) supplementeerde
(hij) supplementeert(hij) supplementeerde
(wij) supplementeren(wij) supplementeerden
(jullie) supplementeren(jullie) supplementeerden
(gij) supplementeert(gij) supplementeerdet
(zij) supplementeren(zij) supplementeerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) supplementere(dat ik) supplementeerde
(dat jij) supplementere(dat jij) supplementeerde
(dat hij) supplementere(dat hij) supplementeerde
(dat wij) supplementeren(dat wij) supplementeerden
(dat jullie) supplementeren(dat jullie) supplementeerden
(dat gij) supplementeret(dat gij) supplementeerdet
(dat zij) supplementeren(dat zij) supplementeerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
supplementeersupplementeert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
supplementerend, supplementerende(hebben) gesupplementeerd

Tradukoj

anglacomplete; complement; consummate; finish
esperantokompletigi; plenigi
francacompléter; remplir
germanavervollständigen; komplettieren; ergänzen; nachtragen; auffüllen; fertigstellen
hispanacompletar; llenar
hungaraabszolvál
italacompletare
katalunaomplir
okcidenta frizonaoanfolje
papiamentokompletá
polauzupełniać
portugalaarredondar; completar
saterlanda frizonaferfulkständigje
tajaเพิ่มเติม
turkabütünlemek