Informo pri la vorto bevestigen (nederlanda → esperanto: jesi)

Sinonimoj: ja zeggen, toestemmen

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈvɛstəɣə(n)/
Dividobe·ves·ti·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bevestig(ik) bevestigde
(jij) bevestigt(jij) bevestigde
(hij) bevestigt(hij) bevestigde
(wij) bevestigen(wij) bevestigden
(jullie) bevestigen(jullie) bevestigden
(gij) bevestigt(gij) bevestigdet
(zij) bevestigen(zij) bevestigden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bevestige(dat ik) bevestigde
(dat jij) bevestige(dat jij) bevestigde
(dat hij) bevestige(dat hij) bevestigde
(dat wij) bevestigen(dat wij) bevestigden
(dat jullie) bevestigen(dat jullie) bevestigden
(dat gij) bevestiget(dat gij) bevestigdet
(dat zij) bevestigen(dat zij) bevestigden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bevestigbevestigt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bevestigend, bevestigende(hebben) bevestigd

Tradukoj

albanaafirmoj
anglaaffirm
esperantojesi; jesigi
finnamyöntää
francaaffirmer
germanabejahen; ja sagen
hispanaasentir; confirmar
italaaffermare
papiamentoafirmá
portugaladizer sim; responder que sim
saterlanda frizonajee kweede
svedabejaka; jaka