Informo pri la vorto 'beïnvloeden' [dut] (epo: influi)

Sinonimoj: invloed hebben op, influenceren

Konjugacio

Indikativo
Prezenco	Preterito
(ik) beïnvloed	(ik) beïnvloedde
(jij) beïnvloedt	(jij) beïnvloedde
(hij) beïnvloedt	(hij) beïnvloedde
(wij) beïnvloeden	(wij) beïnvloedden
(jullie) beïnvloeden	(jullie) beïnvloedden
(gij) beïnvloedt	(gij) beïnvloeddet
(zij) beïnvloeden	(zij) beïnvloedden
Subjunktivo
Prezenco	Preterito
(dat ik) beïnvloede	(dat ik) beïnvloedde
(dat jij) beïnvloede	(dat jij) beïnvloedde
(dat hij) beïnvloede	(dat hij) beïnvloedde
(dat wij) beïnvloeden	(dat wij) beïnvloedden
(dat jullie) beïnvloeden	(dat jullie) beïnvloedden
(dat gij) beïnvloedet	(dat gij) beïnvloeddet
(dat zij) beïnvloeden	(dat zij) beïnvloedden
Imperativo
Singularo/Pluralo	Pluralo
beïnvloed	beïnvloedt
Participoj
Prezenca participo	Preterita participo
beïnvloedend, beïnvloedende	(hebben) beïnvloed

Welke werkzaamheden zullen het eerst beïnvloed worden door een vertraging en voor hoelang?

Met andere woorden, beïnvloedt het onzedelijke beeld zijn onmiddellijke omgeving?

Geert Wilders laat zich eveneens beïnvloeden door het Kremlin.

afrikanso	beïnvloed
angla	affect; influence; sway
esperanto	influi
franca	influer
germana	beeinflussen; Einfluß haben auf; einwirken; Einfluß ausüben; einwirken auf
hispana	influir
jida	באַאײַנפֿלוסן
kataluna	influir
luksemburgia	beaflossen
malaja	aruh … mempengaruhi
okcidenta frizona	beynfloedzje
papiamento	influenshá; influensiá
pola	wpływać
portugala	influenciar
rusa	влиять
saterlanda frizona	be‐ienfloudje; Ienfloud hääbe ap; ienwierkje
sveda	påverka