Informo pri la vorto afslaan (nederlanda → esperanto: halti)

Sinonimoj: inhouden, blijven staan, blijven stilstaan, halt houden, stilhouden, stilstaan, stoppen, tot stilstand komen, halt maken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɑfslan/
Dividoaf·slaan

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) slaat af(hij) sloeg af
(zij) slaan af(zij) sloegen af
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) afsla(dat hij) afsloege
(dat zij) afslaan(dat zij) afsloegen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
afslaand, afslaande(zijn) afgeslagen

Tradukoj

afrikansostilhou; tot stilstand kom
anglacome to a halt; halt; stop; stall; come to rest; come to a standstill
ĉeĥazastavit
danastandse
esperantohalti
feroasteðga
finnapysähtyä
francas’arrêter
germanahalten; anhalten; Halt machen; stocken; stoppen; innehalten; stehenbleiben
hispanadetenerse; parar
italafermarsi
katalunaaturar‐se
kimraaros
papiamentopara
platgermanastoppen
polazatrzymać się
portugalademorar‐se; deter‐se; parar
saterlanda frizonaanhoolde; hoolde; Hoold moakje
tajaจอด; หยุด
turkadurmak