Informo pri la vorto glorie (nederlanda → esperanto: gloro)

Sinonimoj: lof, roem

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈɣlori/
Dividoglo·rie
Genroina
Pluraloglories, gloriën

Uzekzemploj

Ach, welk een glorie ligt in het verschiet!
Dat is veel te veel glorie voor mij.
Het slot, fraai en donker onder zijn mutsen van sneeuw, had een sfeer van vervallen glorie, die van binnen nog sterker was.

Tradukoj

afrikansoroem
anglaglory
angla (malnovangla)wuldor; lof
esperantogloro
feroaheiður
francagloire; renommée; réputation
germanaGlorie; Ruhm; Ruhmesglanz; Lobpreisung; Verehrung; Ehre
grekaαίγλη
hispanafama; gloria
italagloria
katalunaglòria
latinogloria
okcidenta frizonagloarje
papiamentogloria
portugalaglória
rumanaslavă
saterlanda frizonaBerüümdegaid; Glorie
svahiloadhama
turkadebdebe; ihtişam; şan