Informo pri la vorto gesticuleren (nederlanda → esperanto: gesti)

Sinonimo: gebaren

Vortspecoverbo
Prononco/ɣɛstikyˈlerə(n)/
Dividoges·ti·cu·le·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) gesticuleer(ik) gesticuleerde
(jij) gesticuleert(jij) gesticuleerde
(hij) gesticuleert(hij) gesticuleerde
(wij) gesticuleren(wij) gesticuleerden
(jullie) gesticuleren(jullie) gesticuleerden
(gij) gesticuleert(gij) gesticuleerdet
(zij) gesticuleren(zij) gesticuleerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) gesticulere(dat ik) gesticuleerde
(dat jij) gesticulere(dat jij) gesticuleerde
(dat hij) gesticulere(dat hij) gesticuleerde
(dat wij) gesticuleren(dat wij) gesticuleerden
(dat jullie) gesticuleren(dat jullie) gesticuleerden
(dat gij) gesticuleret(dat gij) gesticuleerdet
(dat zij) gesticuleren(dat zij) gesticuleerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
gesticuleergesticuleert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
gesticulerend, gesticulerende(hebben) gegesticuleerd

Tradukoj

anglagesture; motion; wave
esperantogesti
germanagestikulieren; Gebärden machen
katalunafer gests; gesticular
portugalafazer um aceno; fazer um gesto