Informo pri la vorto gebaren (nederlanda → esperanto: gesti)

Sinonimo: gesticuleren

Vortspecoverbo
Prononco/ɣəˈbaːrə(n)/
Dividoge·ba·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) gebaar(ik) gebaarde
(jij) gebaart(jij) gebaarde
(hij) gebaart(hij) gebaarde
(wij) gebaren(wij) gebaarden
(jullie) gebaren(jullie) gebaarden
(gij) gebaart(gij) gebaardet
(zij) gebaren(zij) gebaarden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) gebare(dat ik) gebaarde
(dat jij) gebare(dat jij) gebaarde
(dat hij) gebare(dat hij) gebaarde
(dat wij) gebaren(dat wij) gebaarden
(dat jullie) gebaren(dat jullie) gebaarden
(dat gij) gebaret(dat gij) gebaardet
(dat zij) gebaren(dat zij) gebaarden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
gebaargebaart
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
gebarend, gebarende(hebben) gebaard

Uzekzemploj

Traz Onmale gebaarde dat dit argument niet ter zake deed.
Werner gebaarde naar zee.
Bazzard gebaarde dat hij het begrepen had.
Ze antwoordde op ijzige toon en gebaarde weer naar de wagen.

Tradukoj

anglagesture; motion
esperantogesti
germanagestikulieren; Gebärden machen
katalunafer gests; gesticular
portugalafazer um aceno; fazer um gesto