Informo pri la vorto feestmaal (nederlanda → esperanto: festeno)

Sinonimoj: banket, festijn, gelag, smulpartij, feestmaaltijd

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈfestmal/
Dividofeest·maal
Genroneŭtra
Pluralofeestmalen

Diminutivo
SingularoPluralo
feestmaaltjefeestmaaltjes

Uzekzemploj

Tim wachtte tot er zich in het dorp niets meer bewoog dan de honden, die druk in de weer waren met het verorberen van de resten van het feestmaal.
In dank wijzen wij de hoffelijke uitnodiging van uwe hoogheid voor het feestmaal dan ook van de hand.
Daar gaan onze feestmalen!

Tradukoj

anglabanquet; feast
danafestmåltid
esperantofesteno; bankedo
feroahátíðarborðhald
germanaBankett; Festessen; Gastmahl; Zeche; Gelage
hispanabanquete; festín
italabanchetto
katalunafestí
okcidenta frizonafeestmiel
polabiesiada; przyjęcie; uczta
portugalaágape; banquete
saterlanda frizonaBankett; Fästieten; Freeteräi; Gastmäil