Informo pri la vorto maaien (nederlanda → esperanto: falĉi)

Sinonimo: zichten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmaːjə(n)/
Dividomaai·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) maai(ik) maaide
(jij) maait(jij) maaide
(hij) maait(hij) maaide
(wij) maaien(wij) maaiden
(jullie) maaien(jullie) maaiden
(gij) maait(gij) maaidet
(zij) maaien(zij) maaiden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) maaie(dat ik) maaide
(dat jij) maaie(dat jij) maaide
(dat hij) maaie(dat hij) maaide
(dat wij) maaien(dat wij) maaiden
(dat jullie) maaien(dat jullie) maaiden
(dat gij) maaiet(dat gij) maaidet
(dat zij) maaien(dat zij) maaiden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
maaimaait
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
maaiend, maaiende(hebben) gemaaid

Uzekzemploj

Deze stof geeft de geur aan pas gemaaid gras.

Tradukoj

anglacut; mow; reap
ĉeĥakosit; posekat; sekat; žnout
danaslå
esperantofalĉi
feroaskera; sláa
francafaucher
germanamähen; abmähen; absensen; niedermähen
hispanasegar
katalunafalcejar; segar amb falç
malajamemotong
portugalaceifar; foiçar; roçar; segar
saterlanda frizonamjo; oumjo
svedameja
tajaเกี่ยว