Informo pri la vorto leeggieten (nederlanda → esperanto: elverŝi)

Sinonimoj: uitgieten, uitschenken, uitstorten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈlexitə(n)/
Dividoleeg·gie·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) giet leeg(ik) goot leeg
(jij) giet leeg(jij) goot leeg
(hij) giet leeg(hij) goot leeg
(wij) gieten leeg(wij) goten leeg
(jullie) gieten leeg(jullie) goten leeg
(gij) giet leeg(gij) goot leeg
(zij) gieten leeg(zij) goten leeg
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) leeggiete(dat ik) leeggote
(dat jij) leeggiete(dat jij) leeggote
(dat hij) leeggiete(dat hij) leeggote
(dat wij) leeggieten(dat wij) leeggoten
(dat jullie) leeggieten(dat jullie) leeggoten
(dat gij) leeggietet(dat gij) leeggotet
(dat zij) leeggieten(dat zij) leeggoten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
giet leeggiet leeg
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
leeggietend, leeggietende(hebben) leeggegoten

Tradukoj

anglapour out; empty; spill
esperantoelverŝi
germanaausgießen
papiamentodrama
portugalaesvaziar
saterlanda frizonaiuutjoote