Informo pri la vorto uitspuwen (nederlanda → esperanto: elkraĉi)

Sinonimo: uitspugen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈœy̯tspyʋə(n)/
Dividouit·spu·wen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) spuw uit(ik) spuwde uit
(jij) spuwt uit(jij) spuwde uit
(hij) spuwt uit(hij) spuwde uit
(wij) spuwen uit(wij) spuwden uit
(jullie) spuwen uit(jullie) spuwden uit
(gij) spuwt uit(gij) spuwdet uit
(zij) spuwen uit(zij) spuwden uit
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) uitspuwe(dat ik) uitspuwde
(dat jij) uitspuwe(dat jij) uitspuwde
(dat hij) uitspuwe(dat hij) uitspuwde
(dat wij) uitspuwen(dat wij) uitspuwden
(dat jullie) uitspuwen(dat jullie) uitspuwden
(dat gij) uitspuwet(dat gij) uitspuwdet
(dat zij) uitspuwen(dat zij) uitspuwden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
spuw uitspuwt uit
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
uitspuwend, uitspuwende(hebben) uitgespuwd

Uzekzemploj

De vulkaan spuwt nog steeds rook en as uit.

Tradukoj

anglaspit out
esperantoelkraĉi
germanaausspucken; ausspeien