Informo pri la vorto Spanjool (nederlanda → esperanto: hispano)

Sinonimo: Spanjaard

Vortspecosubstantivo
Prononco/spɑˈŋol/
DividoSpan·jool
Genrovira
PluraloSpanjolen

Uzekzemploj

En toen de Spanjolen dat zagen, zetten zij het op een juichen, maar daarna hielden zij zich weder stil.

Tradukoj

esperantohispano