Informo pri la vorto demotiveren (nederlanda → esperanto: senkuraĝigi)

Sinonimoj: de moed ontnemen, ontmoedigen

Vortspecoverbo
Prononco/demotiˈveːrə(n)/
Dividode·mo·ti·ve·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) demotiveer(ik) demotiveerde
(jij) demotiveert(jij) demotiveerde
(hij) demotiveert(hij) demotiveerde
(wij) demotiveren(wij) demotiveerden
(jullie) demotiveren(jullie) demotiveerden
(gij) demotiveert(gij) demotiveerdet
(zij) demotiveren(zij) demotiveerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) demotivere(dat ik) demotiveerden
(dat jij) demotivere(dat jij) demotiveerden
(dat hij) demotivere(dat hij) demotiveerden
(dat wij) demotiveren(dat wij) demotiveerden
(dat jullie) demotiveren(dat jullie) demotiveerden
(dat gij) demotiveret(dat gij) demotiveerdet
(dat zij) demotiveren(dat zij) demotiveerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
demotiveerdemotiveert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
demotiverend, demotiverende(hebben) gedemotiveerd

Tradukoj

angladishearten
esperantosenkuraĝigi
francaabattre; décourager
germanaentmutigen
hispanaabatir