Informo pri la vorto boos (nederlanda → esperanto: malbona)

Sinonimoj: slecht, kwaad

Vortspecoadjektivo
Prononco/bos/
Dividoboos

Uzekzemploj

Dit is een boos oord.
Vervuld van boze voorgevoelens schuifelde de bejaarde engerd het eethuis binnen—en ja hoor.
De stemming aan boord wordt er niet aangenamer op als het zo weken achtereen boos weer is.
Men was het erover eens dat er boze dingen dreigden.
Boze dingen drongen niet tot die vallei door.
„Ja,” zei heer Ollie, „we leven in een boze wereld, Joost!”

Tradukoj

afrikansosleg
anglabad
esperantomalbona
francamauvais
germanaschlecht
kimradrwg
okcidenta frizonamin
platgermanakwåd