Informo pri la vorto opereren (nederlanda → esperanto: operacii)

Vortspecoverbo
Prononco/opəˈreːrə(n)/
Dividoope·re·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) opereer(ik) opereerde
(jij) opereert(jij) opereerde
(hij) opereert(hij) opereerde
(wij) opereren(wij) opereerden
(jullie) opereren(jullie) opereerden
(gij) opereert(gij) opereerdet
(zij) opereren(zij) opereerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) operere(dat ik) opereerde
(dat jij) operere(dat jij) opereerde
(dat hij) operere(dat hij) opereerde
(dat wij) opereren(dat wij) opereerden
(dat jullie) opereren(dat jullie) opereerden
(dat gij) opereret(dat gij) opereerdet
(dat zij) opereren(dat zij) opereerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
opereeropereert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opererend, opererende(hebben) geopereerd

Uzekzemploj

Vier gewapende groepen opereren in het noorden van Mali.

Tradukoj

afrikansoopereer
anglaoperate
esperantooperacii
platgermanaopereren