Informo pri la vorto slaven (nederlanda → esperanto: laboregi)

Sinonimoj: aanpoten, sloven, zwoegen, pezen

Vortspecoverbo
Prononco/slavə(n)/
Dividosla·ven

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) slaaf(ik) slaafde
(jij) slaaft(jij) slaafde
(hij) slaaft(hij) slaafde
(wij) slaven(wij) slaafden
(jullie) slaven(jullie) slaafden
(gij) slaaft(gij) slaafdet
(zij) slaven(zij) slaafden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) slave(dat ik) slaafde
(dat jij) slave(dat jij) slaafde
(dat hij) slave(dat hij) slaafde
(dat wij) slaven(dat wij) slaafden
(dat jullie) slaven(dat jullie) slaafden
(dat gij) slavet(dat gij) slaafdet
(dat zij) slaven(dat zij) slaafden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
slaafslaaft
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
slavend, slavende(hebben) geslaafd

Tradukoj

afrikansoslawe; slaaf
anglatoil
esperantolaboregi
papiamentopuluwé
svedagno; träla