Informo pri la vorto getrouw (nederlanda → esperanto: fidele)

Sinonimoj: trouw, getrouwelijk

Vortspecoadverbo
Prononco/ɣəˈtrɑu̯/
Dividoge·trouw

Komparaciaj gradoj

Positivogetrouw
Komparativogetrouwer
Superlativogetrouwst

Uzekzemploj

Die instructies had de zeeman getrouw uitgevoerd en hij was daarna vertrokken, waarheen wist Dick niet.

Tradukoj

anglafaithfully
esperantofidele
germanatreu; getreu; wahrheitsgetreu; genau; zuverlässig; unbeirrbar