Informo pri la vorto jack (nederlanda → esperanto: jako)

Sinonimoj: buis, colbert, jasje

Vortspecosubstantivo
Prononco/dzjɛk/
Dividojack
Genroneŭtra
Pluralojacks

Uzekzemploj

Daarna stond hij op, trok zijn jack aan, ging naar buiten en stapte in zijn auto.
Het was een koude dag en hij had al geruime tijd naar zijn jack lopen zoeken.

Tradukoj

anglajacket
esperantojako; ĵako
feroajakki; troyggja
francaveste; veston
germanaJacke; Jackett; Sakko
hispanaamericana; chaqueta
katalunaamericana; gec; jaqueta
malajajaket
polamarynarka
portugalacasaco; jaqueta; paletó
saterlanda frizonaJikkel
svedajacka