Informo pri la vorto opzetten (nederlanda → esperanto: surfajrigi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpsɛtə(n)/
Dividoop·zet·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zet op(ik) zette op
(jij) zet op(jij) zette op
(hij) zet op(hij) zette op
(wij) zetten op(wij) zetten op
(jullie) zetten op(jullie) zetten op
(gij) zet op(gij) zettet op
(zij) zetten op(zij) zetten op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opzette(dat ik) opzette
(dat jij) opzette(dat jij) opzette
(dat hij) opzette(dat hij) opzette
(dat wij) opzetten(dat wij) opzetten
(dat jullie) opzetten(dat jullie) opzetten
(dat gij) opzettet(dat gij) opzettet
(dat zij) opzetten(dat zij) opzetten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zet opzet op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opzettend, opzettende(hebben) opgezet

Uzekzemploj

En dat doet me eraan denken dat ik de aardappels moet gaan opzetten.

Tradukoj

esperantosurfajrigi