Informo pri la vorto zich ontspinnen (nederlanda → esperanto: disvolviĝi)

Vortspecorefleksiva verbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) ontspint zich(hij) ontspon zich
(zij) ontspinnen zich(zij) ontsponnen zich
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) zich ontspinne(dat hij) zich ontsponne
(dat zij) zich ontspinnen(dat zij) zich ontsponnen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
zich ontspinnend, zich ontspinnende(hebben) zich ontsponnen

Uzekzemploj

Er ontspon zich tussen beide geestelijken een woordenwisseling, ten dele gevoerd in het Latijn, dat door de prior vloeiender, maar door de monnik vuriger werd gesproken en waarbij de prior de monnik voor hageprediker uitmaakte.