Informo pri la vorto Engelssprekend (nederlanda → esperanto: angleparolanta)

Vortspecoadjektivo
Prononco/ˈɛŋəlsprekənt/
DividoEn·gels·spre·kend

Deklinacio

Predikativa
AtributivaNedifinaVira kaj ina pluraloEngelssprekende
Neŭtra singularoEngelssprekend
PluraloEngelssprekende
DifinaEngelssprekende
PartitivaEngelssprekends

Uzekzemploj

Wilt u nog een Engelssprekende secretaresse of stenotypiste?
Het Verenigd Koninkrijk probeert Guyana, lid van het Gemenebest en het enige Engelssprekende land van Zuid‐Amerika, te helpen.

Tradukoj

esperantoangleparolanta
platgermanaengelsksprekkend