Informo pri la vorto geluidloos (nederlanda → esperanto: senbrue)

Sinonimoj: geruisloos, stilletjes

Vortspecoadverbo
Prononco/ɣəˈlœy̯tlos/
Dividoge·luid·loos

Uzekzemploj

Voorzichtig duwde hij tegen de ivoren deur, die geluidloos openzwaaide.
Dit alles was in nog geen vijf minuten geluidloos volbracht.

Tradukoj

anglaquietly
esperantosenbrue
germanalautlos
portugalapé ante pé; silenciosamente