Informo pri la vorto opredderen (nederlanda → esperanto: ordigi)

Sinonimoj: beredderen, opruimen, redderen, regelen, ruimen, schikken, terechtbrengen, sorteren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔprɛdərə(n)/
Dividoop·red·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) redder op(ik) redderde op
(jij) reddert op(jij) redderde op
(hij) reddert op(hij) redderde op
(wij) redderen op(wij) redderden op
(jullie) redderen op(jullie) redderden op
(gij) reddert op(gij) redderdet op
(zij) redderen op(zij) redderden op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opreddere(dat ik) opredderde
(dat jij) opreddere(dat jij) opredderde
(dat hij) opreddere(dat hij) opredderde
(dat wij) opredderen(dat wij) opredderden
(dat jullie) opredderen(dat jullie) opredderden
(dat gij) opredderet(dat gij) opredderdet
(dat zij) opredderen(dat zij) opredderden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
redder opreddert op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opredderend, opredderende(hebben) opgeredderd

Uzekzemploj

We zullen haar zo goed als we kunnen, moeten opredderen, en alleen het grootzeil gebruiken.

Tradukoj

anglaarrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; clean up
danaindrette; rede; rydde op
esperantoordigi; ordi
feroaskipa fyri; stíla fyri
francaordonner; ranger; régler
hispanaarreglar
islandainnrétta
norvegainnrede
polaporządkować
portugalaarranjar; arrumar; ordenar
rumanaaranja; ordona
svedainreda