Informo pri la vorto vrijen (nederlanda → esperanto: amindumi)

Sinonimoj: het hof maken, scharrelen, verkering hebben

Vortspecoverbo
Prononco/ˈvrɛi̯jə(n)/
Dividovrij·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) vrij(ik) vrijde, vree
(jij) vrijt(jij) vrijde, vree
(hij) vrijt(hij) vrijde, vree
(wij) vrijen(wij) vrijden, vreeën
(jullie) vrijen(jullie) vrijden, vreeën
(gij) vrijt(gij) vrijdet, vreet
(zij) vrijen(zij) vrijden, vreeën
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) vrije(dat ik) vrijde, vree
(dat jij) vrije(dat jij) vrijde, vree
(dat hij) vrije(dat hij) vrijde, vree
(dat wij) vrijen(dat wij) vrijden, vreen
(dat jullie) vrijen(dat jullie) vrijden, vreen
(dat gij) vrijet(dat gij) vrijdet, vreet
(dat zij) vrijen(dat zij) vrijden, vreen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
vrijvrijt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
vrijend, vrijende(hebben) gevrijd, gevreeën

Tradukoj

anglacourt; woo
danaelske
esperantoamindumi
feroafjasa
francaconter fleurette; courtiser; faire la cour; faire la cour à
germanaden Hof machen; schäkern mit
hispanacortejar; galantear
islandasofa hjá
norvegaha samleie med; elske
okcidenta frizonaferkearing hawwe
portugalagalantear; namorar
rusaлюбезничать
saterlanda frizonafräie; kaapje